Bewonersgroep Vleeshuis onder de indruk van reis naar Jain tempel in Wilrijk

 “Dat is wat anders dan wat je op TV ziet!”

Op een prachtige zonnige winterdag mag ik mee met de bewonersgroep die de mensen rondom het Vleeshuis “uit hun kot willen lokken”. Dat vertelt Gerard van het bestuur: “ Wij organiseren al drie jaar een Nieuwjaarsreceptie, een poetsdag, een ontbijt op straat en een rommelmarkt. Vandaag komen we de cultuur van de Jains opsnuiven. Ik had er nog nooit van gehoord.” Het was Rita, ook bestuurslid, die de bewoners mee op sleeptouw nam: “Ik kom hier altijd voorbij en die tempel stak mijn ogen uit!”

Tien jaar lang hebben Indiase handen de witte makrama bewerkt
Tien jaar lang hebben Indiase handen de witte makrama bewerkt

Geweldloosheid
Onze gids, zelf geboren in India en vegetariër geworden op vraag van de Jains, is doordrongen van de cultuur. Ze vertelt ons dat de Jains in India een minderheid zijn maar in Antwerpen de meerderheid vormen van de Indiërs. Dat geweldloosheid tegenover elk levend wezen centraal staat in de religie en dat monniken de leer zo strikt naleven dat ze een “vliegenmepper” gebruiken om hun stoel te vegen vooraleer ze gaan zitten, om maar geen onzichtbare dieren te doden. “Op de TV gaat het steeds over geweld. Hier hoor je toch eens een ander verhaal,” geniet Gerard. Eén van de bewoners merkt op dat de planken in de ontvangstzaal van hout zijn: “Dat komt toch van levende bomen?” “Klopt,” beaamt de gids, “12 Indiase diamantairs hebben dit gesponsord. Leken passen de regels toe naar eigen eer en geweten.”

Verlossing
De gids neemt ons mee naar buiten. De stralende zon, de helwitte sneeuw en de prachtige witte Makrama waaruit de tempel is opgetrokken nemen ons mee naar sprookjesland waar verliefde mannen Taj Mahals laten bouwen voor hun vrouw. Tien jaar hebben Indiase handen de witte marmer naar hun hand gezet. De gids vertelt: “De olifant staat voor ‘wijsheid’ en ‘rijkdom’. De slagtanden zijn afgesneden om te tonen dat het Jaïnisme geen agressieve godsdienst is. Prediken is uit den boze. Je bent Jain of je bent het niet.” De bezoekers schrikken van de Swastika op de toegangspoort van de tempel. “Het staat symbool voor de vier vormen waarin je kan herboren worden,” stelt de gids hen gerust, “niet meer herboren worden, is de ultieme verlossing.”
Als we dachten dat we het mooiste al hadden gezien, mogen we de tempel betreden. De poorten, de zuilen, de plafonds, alles is met de meeste zorgvuldigheid in bloemen en krullen uitgesneden. Je weet niet waar eest kijken. Terwijl we de trap op onze kousen naar boven gaan, komt een heerlijke geur van wierook ons tegemoet. Twee Jainse vrouwen beëindigen net hun rijsttekeningen op de kleine tafel voor de Jinas. Deze vier marmeren beelden met zilveren schilden bekleed, zijn een bron van inspiratie voor de jains. Er worden geen gezamenlijke gebedsmomenten voorzien. Iedereen komt naar de tempel om te bezinnen wanneer hij of zij dat wil.

Ander beeld
De bewoners zijn onder de indruk van de rondleiding. Een uur is te kort om alle vragen te beantwoorden. Als ik Gerard vraag wat hij ervan vond, besluit hij tevreden: “Voor mij zijn alle landen buiten Europa hetzelfde. Nu heb ik er toch een ander beeld van.”

De afgesneden slagtanden van de olifant staan voor de geweldloosheid van het Jainisme
De afgesneden slagtanden van de olifant staan voor geweldloosheid

Gepubliceerd op 16 januari 2013. In opdracht van de dienst Sociale Netwerken, stad Antwerpen.