FOKKE: koning van comedyland

Foto: Frederik Beyens

Nog enkele weken kunnen we genieten van het Live Comedy Festival in een aantal theaters in Antwerpen. Op 10 december wordt in de Arenberg de finale van Humo’s Comedy Cup gespeeld. Stand-upcomedy waaide over uit Engelse en Amerikaanse bars en heeft de jongste tien jaar een volwaardige plaats op Nederlandse en Belgische podia veroverd. “Het verschil is dat Nederlanders niet hoeven te weten wie er speelt die avond, Belgen komen alleen voor een comedian die ze kennen”, vertelt Fokke Van der Meulen, koning van comedyland The Joker, waar het ene komische talent na het andere van het (minuscule) podium rolt.

Nog enkele weken kunnen we genieten van het Live Comedy Festival in een aantal theaters in Antwerpen. Op 10 december wordt in de Arenberg de finale van Humo’s Comedy Cup gespeeld. Stand-upcomedy waaide over uit Engelse en Amerikaanse bars en heeft de jongste tien jaar een volwaardige plaats op Nederlandse en Belgische podia veroverd. “Het verschil is dat Nederlanders niet hoeven te weten wie er speelt die avond, Belgen komen alleen voor een comedian die ze kennen”, vertelt Fokke Van der Meulen, koning van comedyland The Joker, waar het ene komische talent na het andere van het (minuscule) podium rolt.

Zuurstofgehalte bewaken

Het café is helemaal volgelopen. Het is er warm van het volk. De deur is zelfs op slot, om eventuele laatkomers te weren of om het zuurstofgehalte binnen toch enigszins te bewaken. De vijfde voorronde van Humo’s Comedy Cup wordt hier door dertien kandidaten gespeeld en iedereen heeft fans meegebracht. De sfeer zit goed. Master of Ceremonies (MC) Sven De Leijer grapt de boel aan elkaar.

Fokke Van der Meulen: “Acht jaar geleden vroeg Yasmine Van Suetendael of ik mee een café wilde openhouden. En dat wilde ik, op voorwaarde dat het een comedycafé zou worden. Het is altijd mijn passie geweest. Toen Adriaan Van den Hoof Comedy Casino presenteerde in 2007, hielp ik hem met zijn bindteksten. Daar leerde ik Alex Agnew, Wim Helsen en Bert Gabriëls kennen. Een jaar na de opening van The Joker begonnen we met de open mics (een avond waarop iedereen die wil de microfoon kan nemen en moppen vertellen voor publiek, red.) die toen nog niet bestonden in België. Veel comedians die toen bezig waren, vonden in die tijd hun weg naar dit podium. Ik voelde dat er binnen de comedy nood was aan een vrijhaven zoals deze.” Demsey Hendrickx zit met zijn gitaar op zijn schoot voor de microfoon. Klaar om zijn publiek aan het lachen te brengen, stelt hij schijnbaar achteloos twee vragen: “Zijn er trouwens mensen die dit een mooie gitaar vinden? Die mogen even hun hand in de lucht steken.” Enkele mensen steken hun hand in de lucht. “Mensen die dit een lelijke gitaar vinden?” Er gaan weer enkele handen in de lucht. “Bedankt om mijn gitaar te stemmen.” Het blijft even stil, dan volgen enkele ohoho’s die overgaan in haha’s om vervolgens te eindigen in applaus.

Eindejaarsconference

“Het allerfijnste aan The Joker is het publiek. Als je moppen hier niet werken, ligt het aan jezelf”, vertelt Michael Van Peel, die momenteel aan zijn vijfde eindejaarsconference schrijft. “Ik doe hier elk jaar de try-out voor mijn conference. Je kan hier verder gaan dan in de gemiddelde Vlaamse parochie en moppen vertellen zonder dat mensen meteen geschoffeerd zijn. Elke comedian weet dat je hier grappen kan vertellen die buiten deze muren niet werken. Het idee om een eindejaarsshow te schrijven, is hier trouwens ontstaan. Fokke zei: ‘Jij praat over actualiteit. Als je die op het einde van het jaar netjes achter mekaar zet, dan heb je een eindejaarsconference!’ Hij kan de dingen altijd zo gemakkelijk voorstellen. Dat is typisch Fokke. Hij bedenkt een plan en wij moeten dat dan maar uitvoeren. Dan zegt hij: ‘Het is 9/11 comedy night en jij speelt!’. Maar zo legt hij telkens de lat voor jou hoger, waardoor je gestimuleerd wordt als comedian. Het café en de uitbater zijn een monument. Ik zou niet weten wat ik zou doen zonder.”

Het publiek van The Joker blijft respect hebben, ook al ben je net op je bek gegaan” Jeroen Leenders

Gimmick

Zelf op de planken staan, is nooit Fokkes ambitie geweest. Fokke: “Als je beste vriendin Kim Clijsters heet, ga je toch ook niet beginnen te tennissen. Het niveau dat hier gespeeld wordt, haal ik nooit.” Hooguit kondigt hij de comedians op zijn eigen weinig subtiele manier aan. “Ik kan al lachend zeggen dat iemand dik is”, zegt hij daar zelf over. “Dat is zo fijn aan comedy, dat je al lachend de waarheid kan vertellen. Op het moment zelf lach je en als je naar huis gaat, bedenk je ‘eigenlijk heeft die wel gelijk’.” Jeroen Leenders, die momenteel elke maand op woensdagavond The Jeroen Leenders Experience speelt in The Joker, noemt hem dan ook zonder verpinken “de meest onbeschofte MC ter wereld”, een soort gimmick die alleen Fokke zich kan veroorloven. Maar vanavond is het Sven De Leijer die de verscheidene grappenmakers in zijn eigen typische stijl aan elkaar praat. Ook hij is aangenaam verrast door het publiek in The Joker: “De mensen die hier komen, lachen graag en veel. Het moet een warm nest zijn voor vele comedians. Zelf heb ik hier tweemaal als MC gestaan en heb me telkens geweldig geamuseerd.” “Eigenlijk bestaat er geen slecht publiek”, zegt Fokke. “Het kan wel dat het materiaal dat je voorbereid hebt, niet bij een bepaald publiek past. Als je bijvoorbeeld iets vertelt over computergames niet iedereen om jouw mop lacht. Maar in dit café heb je een kritisch publiek dat je toch veel krediet geeft.”

“Vroeger zocht ik elke donderdagavond een avondje lachen op, nu staan de toppers elke week in mijn living. Heerlijk toch?” Fokke

Veilig maar ruw

Dat vindt Jeroen Leenders ook. “Wat ik doe, is eigenlijk extreem gevaarlijk. Elke maand 30 minuten praten over vijf aantekeningen die ik heb. Ik bereid niets voor. Mijn optreden valt of staat met de mensen die daar op dat moment zijn. Soms zijn dat pijnlijke of bloedserieuze onderwerpen. Tot nu toe is het altijd goed gegaan en hebben de mensen hard gelachen, maar het kan ook misgaan en dan weet ik dat ik in The Joker veilig zit. Het publiek blijft respect hebben voor wat je doet en blijft openstaan voor wat je te vertellen hebt, ook al ben je net op je bek gegaan. The Joker is de baarmoeder van wat ik doe op het podium. Daarnaast zijn de verwachtingen wel hooggespannen. De harde kern zit daar te wachten tot wij hier in Vlaanderen het niveau bereiken van Amerikaanse en Britse grote namen zoals Louis C.K. of Jimmy Carr. Dat maakt van The Joker ook wel een ruwe plek. Je staat daar letterlijk met je voeten in het publiek. Ze kunnen je levend verscheuren. Ik word daar altijd een beetje gezond woedend van. Voor mij is Fokke de koning van zijn comedyland. Hij draagt comedy in hart en nieren. Als hij zegt dat het goed is, is het goed. Ik herinner me nog mijn eerste optreden op 8 juni 2007 tijdens een open mic. Je bent zo kwetsbaar op dat moment. Ik bakte er niets van. Hij zei me nadien bloedeerlijk: ‘Het trok op geen kloten, maar je stond er wel.’ Als je zacht behandeld wil worden, moet je niet bij Fokke zijn, maar als je snel vooruit wil gaan, is hij de geknipte man. Hij heeft me, samen met Jef Staes (programmator Arenbergschouwburg, red.), aangemoedigd om mijn eerste show te schrijven.”

Fysieke pijn

Fokke: “Er is toch niets leukers dan een avond samen zitten en grappen vertellen? Als je het journaal opzet, dan heb je toch meteen de behoefte om te lachen die avond? Vroeger zocht ik elke donderdagavond een avondje lachen op, nu staan de toppers elke week in mijn living. Heerlijk toch? Lachen is een primaire emotie. Als je daar niet van houdt, ben je een zuurpruim. En wie comedy oppervlakkig vindt, heeft het nog nooit meegemaakt. Je hebt zoveel verschillende vormen. Zo vertelt Wim Helsen hoe wij als mensen in elkaar zitten, Michael Van Peel geeft dan weer een staat van het land. Vaak bestaan grappen uit verschillende lagen. Ben je mee of niet, dat maakt niet uit. Ik hou er ook heel erg van hoe Jeroen Leenders zijn inhoudelijke lessen om de wereld te verbeteren afwisselt met een ‘ik heb lekker gekakt vandaag’, maar ik ben evengoed fan van de Antwerpse moppentapper Tony Bell (Antoine Vancluysen die in 2006 overleed, red.) . Stand-upcomedian zijn is niet zo gemakkelijk als je denkt. Het verschil met acteren is dat je als comedian jezelf bent op het podium, terwijl je als acteur een rol speelt. Een goede comedian kan doen uitschijnen dat hij wat dingen uit zijn mouw schudt, zodat je denkt ‘hé dat kan ik ook’. Maar dat is een val waar velen in trappen. Je moet grappig zijn én op een podium kunnen staan. Dat kan best hard zijn want als er niemand lacht met jouw mop, voel je dat heel persoonlijk aan. Dat doet bijna fysiek pijn. Ik organiseer samen met Bas Birker workshops om beginnende comedians op te leiden. We proberen dan een aantal beginnersfouten te elimineren en samen uit te zoeken wat werkt en wat niet. Maar we leren niet aan hoe je grappig kan zijn. Dat kan je niet leren, dat is een stiel.” Comédienne Soe Nsuki: “Als ik naar de Zeeman ga, denk ik altijd, ik mag mij niet laten kennen. Dus laatst stapte ik daar binnen en dacht ik: ‘shit, de mensen zien mij, ik moet iets doen’. En dan zei ik snel: “Ja, normaal ga ik mijn ondergoed ook altijd in de Hunkemöller kopen, maar ja, ik woon hierboven en mijn vliegtuig naar Biarritz vertrekt over een uur. Daarom kom ik voor één keer naar de Zeeman, anders nooit ze zot! En dan wisten de mensen in de Zeeman dat ik niet arm was.” Gelach en herkenning. Soe moet er zelf om lachen. Fokke: “Mijn droom is dat een van die gasten die hier vanavond staat te spelen, over twee jaar in de Arenberg het publiek entertaint. Als ik daar een beetje bij kan helpen, is mijn missie geslaagd.”

“Het café en de uitbater zijn een monument. Ik zou niet weten wat ik zou doen zonder” Michael Van Peel

Verschenen op 28 oktober 2014 in CittA.