Froy en Dind: “Ecologisch moet normaal worden”

Foto: Froy en Dind

Of het er nu 1000 zijn of 2500. Ze zijn de tel kwijtgeraakt wat betreft het aantal winkels dat wereldwijd hun vrolijke en kleurrijke kleding en decoratiespulletjes verkoopt. Maar één ding is zeker, froy & dind boomt. De stockageruimte in Antwerpen barst uit zijn voegen, er zijn te veel ideeën om uit te voeren en sinds kort opende het enthousiaste duo hun nieuwe, uitgebreide winkel in de Nationalestraat. Adinda: “Wij prediken duurzame arbeidsomstandigheden en zijn tegen overconsumptie”.

Froya: “Maar bij ons mogen mensen wel veel kopen!”

Ze kennen mekaar al zeventien jaar. Twee vrouwen die mekaar niet laten uitspreken als ideeën opborrelen en ze ontwerpen aan mekaar doorgeven voor feedback en aanvulling. Maar dat vinden ze fijn. Froya: “We kennen mekaar door en door. We gebruiken zelfs standaardzinnen  zoals ‘ik denk hetzelfde’ om brainstorms sneller te laten gaan. We zitten volledig op dezelfde lijn en dat is fijn samenwerken.” En die lijn is een combinatie van gezond boerenverstand gebruiken en hun buikgevoel volgen. Ze combineren verschillende kleuren met nostalgische kinderlijke prentjes op voorwerpen uit hun eigen leefwereld van jonge moeders. Blikken dozen, schriftjes, potloden, slijpers, kaften, magneten, maar ook handtassen, drinkenbussen en zelfs een kerstbal vind je in hun eindeloos gamma. Sinds 2011 breidt ook hun GOTS (Global Organic Textile Standard) gelabelde baby- en damesmode gestaag uit.

Ontwerpen jullie de prints zelf?

Adinda: “Alle ontwerpen zijn door ons gemaakt. Dat is uniek aan onze producten. Zelfs onze stoffen laten we zelf bedrukken. Ik bedenk vormen en kleurencombinaties op basis van prentjes die ik vroeger verzamelde.” Froya: “We hebben allebei een verzamelwoede.” Adinda: “Maar nu kunnen we zeggen dat we dat voor ons werk doen.” Froya: “We verzamelen ook ideeën als we op een buitenlandse beurs staan. Zo waren we laatst in Japan en hadden we tientallen luciferdoosjes gekocht voor de mooie tekeningen die daarop stonden.” Adinda: “Daar gebruiken we dan een klein motief of figuurtje van waarop we verder borduren.” Froya: “Met die luciferdoosjes hebben we nog afgezien want die mochten niet mee op het vliegtuig voor de veiligheid. Hebben we al die lucifers moeten weggooien om de prentjes te mogen behouden.”

Plaats in het ‘gewone’ circuit

Waarom kozen jullie voor het ecologisch en sociaal verantwoorde GOTS label voor de kledinglijn van froy & dind?

Froya: “Het is een strenge internationale standaard voor biologische stoffen waarbij rekening wordt gehouden met de sociale werkomstandigheden van de werknemers. Dit label controleert de productie van de stof vanaf het ontstaan van de plant bij de boer tot en met de afwerking van het product.” Adinda: “Sommige labels mijden het gebruik van chemicaliën die de kleding in winkels beschermt tegen vuile handen. Maar dat zegt nog niets over hoe ze hun personeel behandelen en of zij een eerlijk loon krijgen voor hun werk.” Froya: “Wij zijn altijd blij als Rudi Vranckx een reportage maakt over wantoestanden zoals de instorting van de textielfabriek in Bangladesh.”

Adinda: “Er zijn bedrijven die meer geld investeren in reclame om te verkondigen hoe biologisch en ecologisch hun producten wel niet zijn in plaats van te investeren in hun personeel.”

“Het was niet gemakkelijk om een plek te vinden op de markt waarbij we niet in de geitenwollensokkenwinkels wilden belanden. Ik ben blij dat het ons gelukt is en dat ecologische kledij een plaats verwerft in het gewone circuit.” Froya: “Onze kleren zijn duurder dan wat je in grote winkelketens vindt, maar ze blijven betaalbaar.”

Mensen vinden het normaal dat een T-shirt de prijs heeft van twee broden, maar als je weet hoeveel werk die productie vraagt en wil je dat op een eerlijke manier doen, is dat onmogelijk.” Adinda: “Je kan ook één muts voor je kind kopen en daar wat meer voor betalen dan vier verschillende kleuren willen, bijpassend bij vier verschillende jassen. Maar mensen overconsumeren en worden daarvoor gewaardeerd. Ik heb een kleine kleerkast maar was wel elke week.”

De productie van froy & dind gebeurt in het buitenland. Maar ook de verkoop loopt daar vlot, tot zelfs in Australië en Japan. Wat is het geheim van jullie succes?

Adinda: “We proberen zoveel mogelijk dichtbij te produceren. Zo worden de papierwaren in België gemaakt. Maar sommige dingen vinden we hier niet, zoals de blikken dozen. Die laten we in China bedrukken. Met het oog op de werkomstandigheden weliswaar.” Froya: “Ik denk dat we een uiteenlopend publiek bereiken door de veelheid die we aanbieden. Ook voor mannen hebben we nu hemden en fleurige retro marcellekes ontworpen.” Adinda: “Bovendien moeten onze kleren zo goed mogelijk zitten en niet enkel passen voor slanke modellen.”

Verschenen op 18 juni 2014 in Gazet Van Antwerpen.