Wouter Leenders, logische architect met eco stempel

Wanneer ik Wouter vraag hem te interviewen, knijpt hij achterdochtig zijn ogen toe: “Hoe gaan we dat doen? Jij bent mijn lief, de mama van ons Sammeke, jij weet toch wat ik denk?” We zijn het erover eens dat we het interview op zijn minst buitenshuis moeten laten doorgaan, kwestie van in de juiste sfeer te kunnen praten. En ik beloof hem het vuur aan de schenen te leggen, iets wat me niet zo moeilijk lijkt, gezien we zelf volop in verbouwingen zitten én hij het graag ecologisch wil doen. Pit gegarandeerd.

Minimale impact op omgeving
“Tegenwoordig is alles eco en bio,” steek ik van wal. “Je kan niet buiten komen of je krijgt vermanende vingers die wijzen naar al wat je eet, of je wel eerlijke kleren draagt en of je wel weet waar het speelgoed van je kinderen geproduceerd wordt. Geef toe dat er een zweem van geitenwollensokkengeur hangt over de term eco. “Dat klopt,” antwoordt Wouter, “maar over vijf of tien jaar waait dat wel over. Hoewel ecologisch bouwen helemaal niet nieuw is (de pioniers bouwden al ecologisch in de jaren ’70-’80 nvdr) merk ik dagelijks nog veel argwaan. Zo vroeg ik een aannemer onverduurzaamd hout te gebruiken voor klanten. Hij vroeg dat aan zijn leverancier en werd prompt uitgelachen: “Allé Bert, ben je daar weer met uw ecologisch verhaal?” We moeten minder egoïstisch zijn en meer denken aan de maatschappij en de gemeenschap. Zorg dragen voor de natuur is daarbij een prioriteit. Als morgen de economie instuikt, hebben we hopelijk nog een paar bomen over om iets van te plukken.”

We moeten minder egoïstisch zijn en meer denken aan de gemeenschap

Dat het klimaat de laatste tijd niet is wat het moet zijn, kan ik niet ontkennen. Bovendien vind ik mezelf geen slechte leerling: ik fiets naar mijn werk voor minder CO2 uitstoot (en ook vooral omdat dat de snelste manier is in de stad), eet binnenkort hopelijk ecologische producten uit eigen tuin maar ook nog eens ecologisch bouwen? Moet dat echt?

Wouter: “Ik vind dat je respect moet hebben voor de plaats waar je leeft en dus zo weinig mogelijk impact mag hebben op je omgeving als je bouwt. Wij vinden het evident betonnen vloeren te storten. Maar onze ondergrond verdroogt door het grondoppervlak overal te verzegelen. Hoe minder grondwater, hoe minder drinkwater. Het grondwaterpeil zakt voortdurend. Daarom is het belangrijk dat regenwater in de bodem kan filtreren. Zo werden in België al huizen op poten gebouwd. Ze staan 10 cm boven de grond zodat het regenwater er gemakkelijk onder kan. De parking van een grootwarenhuis is vaak volledig asfalt. Dat is helemaal niet nodig. Kijk naar die van Planckendael: aangelegd met kiezels, bomen en gras. Enkel de rijweg is asfalt.

Ik wil huizen ontwerpen die kunnen vergaan

Onze mentaliteit moet veranderen. Maar zulke dingen gaan traag. Een collega vroeg me onlangs: ‘Waarom zijn wij zo gek om ecologisch te verbouwen als de rest van de wereld dat niet doet? Welke invloed heeft dat dan?’ Tja, weinig. Maar moeten we het daarom niet doen? Neen. Want daar kan ik niet mee leven. Ik wil huizen ontwerpen die kunnen vergaan en ik wens dat klanten naar mij komen omdat ik dat kan waarmaken.”

Logica

Naast respect voor de natuur heeft Wouter nog een tweede principe: logica.

Dit huis werd opengesteld op de Vlaamse Renovatiedag. Wouter: "ik ontwerp van binnenuit naar de gevel toe"
Dit huis werd opengesteld op de Vlaamse Renovatiedag. Wouter: “ik ontwerp van binnenuit naar de gevel toe”

Wouter: “Voor mij moet een huis een logische structuur hebben. Daarom heb ik ook de verbouwing van Bart Somers gekozen als renovatieproject voor de Vlaamse Renovatiedag. Dit huis zit duidelijk in elkaar. Ik ontwerp van binnenuit naar buiten toe. Waar komt de leefruimte? Waar de berging? Waar komt de zon op? Waar is de regenkant? Wil je veel glas of weinig? Eerst structureer ik die dingen. Nadien pas komt de gevel. Natuurlijk is het leuk om in een mooi huis te wonen. Ik ben dan ook heel blij dat deze renovatie ook esthetisch geslaagd is. 6A

Het samenspel van de gerenoveerde voorbouw en het nieuwe gedeelte achteraan klopt. Maar de schil van het gebouw is het logische gevolg van de interne beslissingen. En niet omgekeerd zoals esthetische architecten doen. Zij kijken vooral naar de mooie gevel. Hoe dat gebouw kwalitatief en correct gebouwd wordt en of er koudebruggen zijn en welke isolatie er in de muren zit, is minder belangrijk. Zij willen dat het plaatje klopt, dat die ene zijde van het glasvlak overeenkomt met dat ene lijntje in de beton. Maar wie ziet zoiets? Een andere architect in een architectuurboekje. Ik wil als architect dichter bij de gebruiker staan.”

Duurder of niet?

Of ecologisch bouwen geen hobby is voor een elitair publiek, vraag ik, wetende dat ik in eigen vlees snijd. Wouter: “Mijn ervaring is dat het meestal duurder is dan werken met klassieke materialen. Maar ten eerste spreek je dan enkel over het economische aspect. Ten tweede is het niet altijd duurder. Zo is het vaak goedkoper je houten dak te isoleren met papiervlokken. Bij een grote oppervlakte kom je dan goedkoper uit dan de standaardmaterialen. Het toepassen van een warmtepomp bijvoorbeeld is aanvankelijk inderdaad duurder dan een gasketel bij aankoop. Maar nadien betaal je enkel elektriciteit en heb je geen maandelijkse gasfacturen meer. Bovendien moet je je ook de vraag stellen of die standaardmaterialen niet vaak te goedkoop worden aangeboden? De voorzitter van FSC België zei me: ‘FSC hout is niet te duur, al de rest is te goedkoop.’ Hoe kan je zo goedkoop hout op de markt brengen? Daar wordt niet gekeken of de mensen die bomen kappen goed betaald en behandeld worden.”

Hout, ecologisch of niet?
Wouter: “FSC staat voor Forest Stewardship Council – een label voor hout dat op een duurzame wijze wordt gewonnen. Dat wil zeggen dat het bos zo beheerd wordt dat er oneindig lang hout uit gekapt kan worden. De bomen worden selectief gerooid zonder stukken af te branden. Zo worden geen onnodige bomen gekapt. Met de lonen van arbeiders en het welzijn van aanwezige dieren wordt rekening gehouden. Maar niet alle FSC gelabeld hout is ecologisch. Vaak wordt hout behandeld met chemische stoffen tegen insecten, schimmels of houtrot. Dat heet dan “verduurzaamd hout”. Het hout kan zijn functie lang uitoefenen maar in de sloopfase moet je het wel als gevaarlijk afval behandelen.

Het gebruik van houtpellets voor de kachel schiet soms ook zijn ecologisch doel voorbij. Dit samengeperst houtafval ontstond als verwerking van overschotten van schrijnwerkerijen of houtverwerkende bedrijven. Maar om aan de grote vraag te voldoen worden nu zelfs extra bomen gekapt of komen de pellets van Noorwegen omdat ze goedkoper zijn dan lokale pellets.”

De toekomst van een ecologische architect

Wouter in Freiburg: "Ik wil als architect dicht bij de gebruiker staan"
Wouter in Freiburg: “Ik wil als architect dicht bij de gebruiker staan”

Wouter: “Enerzijds is 95% van de aannemers niet geïnteresseerd in ecologische bouwmaterialen en anderzijds kijken bouwheren vaak eerst naar hun portemonnee en dan pas naar hun omgeving. Ecologisch bouwen is dus een niche in de bouwwereld. Maar ik geloof dat het bewustzijn groeit. Ik las onlangs dat de jeugd veel ecologischer denkt dan onze ouders. Bovendien zijn er meer en meer architecten die ecologisch ontwerpen al is het omdat de klant het vraagt of als verkoopsstrategie. Stéphane Beel ontwierp het eerste Belgische gebouw met een breeam attest (een attest voor gebouwen dat rekening houdt met de impact op de omgeving nvdr). Ik hou niet van zijn stijl maar hij ontwerpt wél een ecologisch gebouw.

Mijn advies als je ecologisch wil verbouwen, is: werk volgens het trias energetica principe. Zorg dat je de energievraag van jouw woning beperkt. Gebruik vervolgens hernieuwbare energie zoals die van de zon of hout. Als je dan nog energie nodig hebt, gebruik dan met mate fossiele brandstoffen. Dus isoleer goed in plaats van eerst te investeren in een zuinige verwarmingsketel.”

Verschenen op 3 juni 2013 op www.wouterleenders.be.