Youssef El Mousaoui – Persoonlijk Antwerpen

Youssef El Mousaoui (36), Antwerps- Marokkaanse stand-upcomedian, Bekende Berberse Vlaming of nog, de eerste allochtoon van België die het aandurfde om op een comedypodium te kruipen. Het werd op 5 januari 2007 in Terzake gesignaleerd alsof er een alien in Antwerpen was geland. “Ik heb het misschien zelf ook wat in de hand gewerkt dat ik eerst word aangesproken als Marokkaan en dan pas als Vlaming of Belg. Toen heeft me dat veel publiciteit opgeleverd, maar nu wil ik vooral comedian zijn.”

“Vroeger hadden we niet dezelfde kansen om te studeren als vandaag. Daardoor had ik wel een beetje achterstand. Ik vind mijn woordenschat nog steeds te beperkt”

Huisje op het Kiel

Een aantal jaren na de ondertekening van het migratieakkoord tussen Marokko en België kwam Youssefs vadervanuit Algerije via Marokko naar Antwerpen om te werken in het schildersbedrijf Vercammen. Hij trouwde met Youssefs moeder uit Oujda en ze kochten samen een huisje op het Kiel. Een paar jaar later overleed Youssefs vader in een auto-ongeval met een man uit Hemiksem. “Ik ben die man onlangs gaan opzoeken. Ik had een krantenartikel teruggevonden van het ongeval. Hij zag lijkbleek toen ik me bekendmaakte. Hij dacht dat ik hem iets wou aandoen. Maar ik was altijd nieuwsgierig geweest naar wie die man was en hoe het ongeval precies was gebeurd. Hij heeft me dat dan uitgelegd.” Youssef was de laatste persoon die zijn vader zag in het ziekenhuis. Toen was hij vijf. Nu, 31 jaar later, woont hij op diezelfde plek, in dat huisje op het Kiel. Dicht bij de Abdijstraat, meteen ook de plek waar onze tocht door de stad begint. Een stevige, kille wind blaast over deze uitgestrekte winkelas. Mensen dragen sjaals op hun hoofd, rond de nek en rondom de schouders. Links piept een kassa, rechts brult een autoalarm. Auto’s en bestelwagens passeren. Een man met zwarte krullen klemt vijf stokbroden tussen zijn armen. Giechelende pubermeisjes lopen hem bijna omver. En naast de grijzende, in elkaars arm gehaakte zeventigers die met behulp van een kruk het voetpad trotseren, smeken gemarineerde kippenbilletjes en krielaardappeltjes: neem ons mee!
“De Abdijstraat is mijn vertrouwde buurt. Hier ben ik opgegroeid en hier ga ik naar de winkel. Bij bakkerij Napolitain kom ik vaak ontbijten, want de broer van de eigenares is een oud-klasgenoot van mij. Maar ook bij bakkerij Charif ben ik vaste klant.” Een beetje verder ligt het Leonardo Lyceum, de school die veel anekdotes opleverde voor zijn show Meester, Achmed begint weer. “Ik herinner me dat mijn moeder me waarschuwde voor vlees, want dat is haram (niet in overeenstemming met de islamvoorschriften, red.). Maar telkens mijn beste vriend Bert zijn vernuftige brooddoos met verluchtingsgaatjes opendeed, smolt ik voor de heerlijke geur van hesp. En ik zat daar met mijn ronde klomp Marokkaans brood, helemaal verfrommeld in eenzelfde vierkante doos gepropt, maar dan zonder verluchting. Bovendien moest ik wat de school betrof, altijd mijn plan trekken. Wij spraken thuis Arabisch, omdat mijn ouders dat belangrijk vonden. Zo konden we de Koranlessen begrijpen. Als we iets niet mochten verstaan, spraken ze onderling Berbers, de taal van mijn vader. En als er familie kwam, werd er al eens Frans gesproken. Maar als ik een passer of een geodriehoek nodig had, kon ik In wijnbar Patine schreef de stanupcomedian samen met Bert Gabriëls zijn eerste zaalshow. dat niet eens aan mijn moeder uitleggen. Vandaag kan je googelen of tutorials en YouTube bekijken, maar toen hadden we niet dezelfde kansen die er nu zijn. Daardoor had ik wel een beetje achterstand. Dat is jammer. Ik vind mijn woordenschat nog steeds te beperkt.”

Yo van Chase

Na zijn schooltijd verzeilt Youssef in de vastgoedsector. Op dat moment is hij helemaal niet bezig met theater of comedy. Hij focust zich op het kopen en verkopen van immobiliën als vastgoedmakelaar bij Chase. Zo verhuurde hij het appartement boven wijnbistro Patine. “Hé Yo, je had me daar een goede huurder aangebracht”, begroet hij Youssef als we de zaak binnenstappen. “Als makelaar Youssef mocht ik nooit een huis gaan bekijken. Als mensen mijn naam hoorden aan de telefoon, kwam er telkens een excuus dat ze geen tijd hadden en me zouden terugbellen. Toen zei ik op een keer dat ik Yo heette en ik had meteen een afspraak. Vanaf toen was ik Yo van Chase.”

Er staan kaarsen op de houten tafels. Klassieke muziek weerkaatst in de vergulde, barokke spiegel van Patine. Van 2006 tot 2008 vond je Youssef hier geregeld. Hij schreef er samen met Bert Gabriëls zijn eerste zaalshow 100% Legaal. Aan de overkant van de straat, in Café Hopper, leerde hij Geert Hoste kennen met wie hij geregeld in koffiebar Revista ideeën besprak en grappen kneedde tot ze goed zaten. “Ik heb altijd iemand nodig om mijn ideeën te toetsen. Om te bekijken of het klopt wat ik zeg, of om het verhaal grappiger te maken. Momenteel werk ik samen met scenarist Mattias De Paep om een sterke verhaallijn in mijn shows te stoppen. Ook voor gevoeligere thema’s als politiek doe ik een beroep op specialisten, zoals politicoloog Mohamed Benhaddou.

De grens van humor

Dat hij zich als Marokkaans geprofileerde comedian soms in een gevarenzone waagt, is duidelijk. “Ik heb al een tijdje het gevoel dat ik rammel ga krijgen. Misschien komt dat omdat ik nu harder uit de hoek durf komen dan een paar jaar geleden. Ik kijk graag naar comedians zoals Jimmy Carr en Jim Jefferies. Zij hebben best harde humor. Zo had ik onlangs een zwarte Turk uit het publiek beledigd. Niet met opzet natuurlijk. Hij zat op de eerste rij en ik maakte een grap in de zin van ‘zwart zijn én Turk, hoeveel pech kan je hebben?’ Zijn vriendin die naast hem zat, lachte hartelijk maar hijzelf kwam me na de voorstelling aan mijn auto opzoeken. Samen met een paar vrienden. Ik stond in een donker steegje en dacht: dit loopt niet goed af. Hij daagde mij uit, maar ik probeerde hem en zijn vrienden te kalmeren. Ik zei: ‘Ik ga niet vechten tegen zes man. Dus begin me maar te slaan. Hebben jullie een volgorde?’ Zijn vrienden konden erom lachen en namen hem gelukkig mee. De grens van humor is voor iedereen verschillend. Vroeger was ik voorzichtiger en wilde ik goed doen voor iedereen. Maar dat is onmogelijk. Ik heb nu meer zelfvertrouwen, voel me goed op het podium en ik weet waarover ik spreek. Nu durf ik wel grappen maken over gevoelige thema’s. Zo maak ik ook grappen over de islam. Ik zal de profeet nooit afschilderen als een belachelijk iemand. Maar ik lach wel met absurde en grappige situaties uit de islam. Zo heb ik het in mijn volgende show Helemaal alleen over de verkeerde interpretatie van de Hadith door extremisten, die daarin lezen dat een vrouw niet alleen mag reizen. Die teksten zijn een aanvulling op de Koran, maar geschreven door mensen die samenleefden met de profeet. Je moet die teksten dus plaatsen in de huidige context. Vroeger was een reis op een kameel gevaarlijk voor een vrouw alleen. Dus adviseert de Hadith dat een vrouw best in gezelschap van iemand die ze vertrouwt reist, haar man of haar broer. Vandaag, met tram of bus, is er geen sprake meer van dat gevaar.”

Ook vorige zomer ondervond Youssef de grenzen van humor. Toen de kleuterjuf van de Kielse Blokkendoos beschuldigd werd van kindermisbruik, postte hij een foto van een masker, een mes en een koord op Facebook, met het onderschrift ‘vandaag gekocht, morgen op zoek gaan naar die juf’, gevolgd door een smiley. “Ik wilde de mensen die zo hysterisch tekeergingen een spiegel voorhouden en lachte met hun agressief gedrag.” Zijn boodschap werd niet door iedereen gesmaakt en de volgende dag kopte Clint.be ‘Marokkaans- Antwerpse komiek bedreigt kleuterjuf met de dood’. In datzelfde artikel werd wel vermeld dat het om een grap ging, maar het kwaad was al geschied. De foto werd 40.000 keer bekeken, zodanig veel dat Facebook vroeg om hem te verwijderen. Hij organiseerde een persconferentie om zijn boodschap te verantwoorden en te benadrukken dat hij het beste voorhad met de kleuterjuf en vooral de oproerkraaiers de les had willen spellen. Geen woord ervan verscheen in de media tot grote frustratie van Youssef. “Dat vond ik schandalig. Gelukkig kreeg ik van Het Laatste Nieuws de kans om me te verdedigen. Op mijn Facebookpagina beantwoordde ik nog vierhonderd privéberichten. Tenminste, diegenen die me beleefd hadden aangeschreven. Toen was de storm gaan liggen.”

Guldensporenslag

Nu werkt Youssef El Mousaoui, gewapend met meer zelfvertrouwen en omringd door mensen met kennis van zaken, aan zijn nieuwe comedyshow voor 2015. “Tot nu toe heb ik het in mijn shows vaak gehad over de verschillen tussen Marokkanen en Belgen. Maar nu wil ik die verschillen niet meer benadrukken, want er zijn genoeg comedians die dat doen, zoals Erhan Demirci, Arbi El Ayachi of Benedetto Schillaci. Als het over integratie gaat, vinden Vlamingen dat je alles over Vlaanderen moet weten. Maar hoeveel Vlamingen weten nog iets over hun eigen regio? Wat weet je over de Brugse Metten en de Guldensporenslag? De oudere generatie weet dat nog, maar de jongere al niet meer. Dus nu ben ik volop Vlaamse geschiedenis aan het studeren om te tonen dat ik als Marokkaan die geschiedenis beter ken dan sommige Vlamingen.”

En dat studeren doet hij in het Centraal Station, in een zetelhoekje van de Amerikaanse koffieketen Starbucks, met chocomelk in een meeneembeker in de hand. Het gele lampenlicht komt onder de halve, zwarte bollen tevoorschijn als manen aan een donkere sterrenhemel. Je ogen moeten hier wennen aan de duisternis. Mensen tokkelen op hun computer, eten snel een broodje tussen twee lessen door of wachten eindeloos naast hun trolleys op een komende trein. “Ik vind het hier gezellig. Ik zit graag tussen de mensen. En hier zie ik veel.” Geklingel van natte koffiekopjes die een plekje vinden op het droogrek. De koffiemachine maant iedereen aan tot stilte. Een van de zware deuren valt dicht. Een vrouw warmt haar beide handen aan haar kop thee. Youssef slurpt van zijn chocomelk, en klikt, en klikt, doorheen de Vlaamse geschiedenis op zijn computer.

“Als het over integratie gaat, vinden Vlamingen dat je alles over Vlaanderen moet weten. Maar hoeveel Vlamingen kennen de geschiedenis van hun eigen regio?”

Handelsstraat

Onze volgende halte brengt ons terug naar Youssefs immoverleden. Een verleden dat misschien nog wel toekomst kan worden als hij even iets anders wil doen. “Mensen spreken mij nog steeds aan over het verkopen van panden en ik ben de markt blijven volgen. Dus als ik even wil pauzeren met comedy, zie ik me wel opnieuw starten als makelaar. Het kan ook een bron van inspiratie zijn, huizen kopen en verkopen, want als je optreedt, maak je niet echt dingen mee waarover je kan vertellen in een volgende show.”
We wandelen in de Handelsstraat. De straat waar Youssef vroeger senioren kwam opzoeken in de cafés. Om hen ervan te overtuigen dat het huis dat ze destijds voor hun grote familie hadden gekocht, ondertussen was leeggelopen en dat ze beter dat huis zouden verkopen en inruilen voor een appartement. “Zie je dat appartement daar? Niemand kreeg dat verhuurd wegens de drukte hier op straat. Ik plaatste een aankondiging in Oost- en West-Vlaamse immobladen en binnen de week was het verhuurd.” Youssef loopt een telefoonwinkel binnen en groet een oude bekende uit zijn makelaarsverleden. Het cafeetje waar hij vaak op zoek ging naar kopers van nieuwe panden, is ondertussen een kapsalon.
Onze tocht eindigt in De Roma. “Als je als Antwerpenaar voor een gemengd publiek wil spelen, moet je hier zijn. Dit is een zaal met geschiedenis in hartje Borgerhout. Grote namen zoals Cheb Khaled hebben hier gespeeld. Als ik op die planken sta, voel ik me ook een beetje groot. Maar ik herinner me mijn première nog van 100% Legaal, de show die uiteindelijk 25 keer was uitverkocht. Maar de première was slecht. Karel Michiels van De Standaard schreef toen: ‘Youssef El Mousaoui is de eerste Marokkaanse stand-upcomedian en daarmee is dan ook alles gezegd.’ Dat kwam hard aan. Wat voelde ik me toen slecht. En ik moest nog zoveel keer optreden. Mocht ik opnieuw kunnen starten, zou ik langer wachten met mezelf te lanceren. Ik vond mezelf nog niet zo goed en wilde eigenlijk nog niet starten. Maar in die periode las ik een artikel waarin Said Assisi, de acteur van de Vlaamse film Firmin, vertelt dat hij stand-upcomedy wilde doen. Ik wist dat de eerste allochtone comedian veel aandacht zou krijgen. Vlaanderen zat er op te wachten. Dus ik ben gesprongen. Een jaar later speelde ik hier ook de première van Monkey Business. Daarover was de recensie in de krant heel lovend: ‘Youssef treedt in de voetsporen van het groot Nederlands voorbeeld Najim Amhali.’ Toen heb ik fier die twee artikels naast elkaar gelegd.”

Zijn nieuwe show laat nog even op zich wachten. Een bewuste keuze om zijn materiaal te laten groeien. “Ik wil nog groeien in de manier waarop ik verhalen vertel. Mijn humor kan intelligenter. En bovenal wil ik mensen verrassen. Niemand zal verwachten dat ik iets over de Vlaamse geschiedenis vertel. Ik verheug me er al op dat mensen zich zullen afvragen: hoe komt het dat die Marokkaan meer weet over onze geschiedenis dan wij?”

Verschenen op 17 februari 2014 in CittA.