Identiteit versterken via Kortfilm

Foto: Klein Verhaal vzw, Nicolas Daenens

In september verschijnt de kortfilm Solidariteit, een project van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen, waarbij de inwoners van sociale wijk De Nieuwe Stad uit Oostende de hoofdrol spelen. Regisseur Nicolas Daenens vertelt hoe hij probeert de ontwapenende onschuld van de bewoners op film vast te leggen en hoopt zo hun identiteit een stukje te versterken. “Je moet soms pushen, weliswaar met fluwelen handschoenen, maar het resultaat kan verbluffend zijn.”

Geen toneel

De Nieuwe Stad, ook wel de Apenplaneet genoemd in de volksmond, is een sociale hoogbouwwijk aan de rand van Oostende waar ongeveer 1300 mensen in 750 appartementen wonen. Hoewel de stad ooit nieuw was, zijn de verschraalde gebouwen al jaren aan renovatie toe en leven de bewoners vaak in anonimiteit en isolatie en onder druk van armoede en een toenemende diversiteit. Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen streek er in 2006 neer en tracht al tien jaar via participatie van de bewoners het tij te keren en er een leefbare wijk van te maken waar het aangenaam is om te wonen. Via de sociaal-artistieke vzw Klein Verhaal contacteerden ze regisseur Nicolas Daenens om een hoopvolle, fictieve kortfilm te maken op basis van de verhalen van de spelers. Een techniek die de Braziliaanse regisseur Augusto Boal in ’75 omschreef als ‘het theater van de onderdrukten’. “Maar ik wil geen toneel,” benadrukt Nicolas meermaals tijdens het interview. “Ik wil de onschuldige, ontroerende spontaniteit van mensen zoals Jimmy en Hannelore vastleggen binnen de kunstmatige omgeving van een filmset. Een hele uitdaging,” wikt hij flegmatisch zijn woorden.

Cidade de Deus

Hoewel Nicolas eerder ‘toevallig’ regisseur werd (hij is leerkracht van opleiding en volgde een master in journalistiek), heeft hij sinds enkele jaren gerenommeerde projecten op zijn curriculum staan. Als regisseur creëerde hij o.a. de kortfilms ‘Kingsh!t’ en ‘A day in a life’ waar hij Johan Heldenbergh voor wist te strikken. In grote kleppers zoals o.a. in Tot Altijd en The Broken Circle Breakdown werkte hij als casting director en figuratieregisseur. Van vele markten thuis dus maar hij blijft er bescheiden onder. “Ik leer elke dag bij en pretendeer niet de waarheid in pacht te hebben.” Het typeert zijn stijl en inborst maar tegelijkertijd mikt hij hoog. ‘Solidariteit’ moet Canvas-waardig worden en toonbaar op festivals. Zijn grote voorbeeld in dit genre is o.a. de Braziliaanse film Cidade de Deus waarbij de makers meer dan een jaar elke dag met jongeren uit sloppenwijken aan de slag gingen. Het liefst zou hij dat zelf ook doen. Maar wegens financiële redenen is dat bij deze kortfilm niet mogelijk.

Burenruzie

De voorbije drie maanden organiseerde hij samen met opbouwwerkster Tinneke en scenariste An De Gruyter drie keer per week workshops voor een 60-tal bewoners van alle leeftijden. Daarbij bewondert hij het geduld en de openheid van Tinneke waarmee ze de bewoners benadert. Complexloos en zonder oordelen. “Via improvisatie oefeningen en kleine scènetjes probeerden we de mensen in een spontaan, realistisch spel te krijgen. Zo vertelden ze bijvoorbeeld over een burenruzie. Dan vroeg ik hen zo’n ruzie terug op te roepen. Ze herinnerden zich hoe irritant het was dat die persoon boven hen een vuilzak in de gang had laten staan. En dat dat niet normaal was. Algauw liepen de emoties op en ontstond er ter plaatse een conflict. Dat was wat we zochten. De spelers zichzelf laten zijn in een omlijnd kader is zowat het moeilijkste wat er is met niet-acteurs.”

Heft in eigen handen

Het verhaal gaat over een alleenstaande moeder met drie kinderen die op een dag een deurwaarder op bezoek krijgt. Ze staat voor een voldongen feit en weet niet wat gedaan. Nicolas en An baseerden zich daarvoor op wat de bewoners hen vertelden. “Er waren een aantal verhalen die ons getroffen hadden. Veertig procent van de bewoners zijn ouderen. Heel veel onder hen zijn eenzaam. Armoede, ziekte, werkloosheid waren thema’s die regelmatig terugkwamen. Iedereen in die blokken gaat naar de voedselbank en krijgt een uitkering van de ziekenkas. Dat zijn schrijnende toestanden soms. We willen met de film vooral een geloofwaardig maar ook hoopgevend verhaal vertellen. Het wordt in documentaire stijl gefilmd om de authenticiteit te benadrukken. Maar je kan het verhaal gerust een sprookje of idealistisch wereldbeeld noemen. Kiezen de bewoners ieder voor zich? Of stellen ze zich solidair op? Ik heb alvast gemerkt in de blokken dat mensen elkaar helpen maar dat velen ook teleurgesteld zijn in hun medemens omdat ze verschillende verwachtingen hebben. Daarom vond ik het ook belangrijk om het hoofdpersonage ‘Eva’ niet op te voeren als slachtoffer van het systeem. Maar ook haar menselijke kant te laten zien waarbij ze fouten maakt, zoals iedereen. Je kan je problemen uitstellen of weglachen. Maar soms moet je ook het heft in handen nemen. Dat vond ik wel belangrijk om te tonen.”

Spontane identiteit

In de paasvakantie beginnen de draaidagen. De crew opereert vanuit Bakkerij Koen pal in de wijk. Iedereen die zich heeft opgegeven, zal meedraaien in het project, hetzij als acteur, figurant, vrijwilliger op de set of cateraar. Nicolas hoopt vooral dat hij die kleine, treffende details die hem tijdens de voorbije maanden zijn opgevallen bij de bewoners kan verwerken in de film. “Ik denk aan hoe ‘Eva’ in haar slaapkamer met een stift op haar muur schreef ‘I love you Luna en Lisa’, over haar dochters. Dat hebben we opgenomen in het script. Ik zou dat zelf nooit doen uit een bepaalde vorm van geremdheid misschien, maar zij deed het onbevangen en toonde mij fier het resultaat. Haar echte kinderen spelen ook haar kinderen in de film. Ze zijn zo grappig en guitig. Je kan je ogen er niet van houden. Zo leuk zijn ze om naar te kijken. Dat charmeert me en ik hoop dat gevoel te kunnen overbrengen.” En als dit alles de identiteit van de bewoners zou kunnen versterken, dan is het hele opzet geslaagd. “Ik merkte dat wel na de verfilming van Kingsh!t, ook in samenwerking met Klein Verhaal waarbij we dezelfde methodiek gebruikten. Ik koos voor het hoofdpersonage een schuchtere, zwaarlijvige jongen die omwille daarvan werd gepest. Hij speelde een scène voor de spiegel waarbij hij naar zijn bloot bovenlijf kijkt. Het was niet gemakkelijk voor hem om die gêne te overwinnen. Ik denk wel dat je als persoon groeit, eens je die grens over bent. Ik hoop hetzelfde met de huidige bewoners te kunnen bereiken.”

Verschenen in april 2017 in De Vliegende Reporter van Samenlevingsopbouw Vlaanderen