Vakmensen zonder hoogtevrees gezocht

Foto : Raymond van Beygaerden

Boren en kitten, schilderen en lassen op 70m hoogte in rappelhouding in de touwen. Het is een manier van werken die al tien jaar bestaat maar nu een steile opmars maakt. Steeds meer en meer worden touwtechniekers ingezet om klussen te klaren op moeilijk bereikbare plaatsen. Maar vakmensen vinden die op hoogte willen werken, blijkt niet evident.

Ariane stapt in mijn auto, verkleumd van de kou. De zon gloeit nog even na aan het zichtbare einde van de Schelde. Een groot rood vrachtschip glijdt net uit de sluis. Lichtjes in de verte. Het water is rustig. We staan op een parking in Kallo, voor Borealis,  een fabriek waar polyolefinen, basis chemicaliën en kunstmest gemaakt wordt. “Zie je die metalen buizen kronkelen achter die opslagloodsen? Daar hebben we vier maanden aan gewerkt. Eerst afisoleren, roestvrij maken, overschilderen, opnieuw isoleren en tot slot weer waterdicht maken met aluminiumplaten. Vandaag was onze laatste dag. We hebben hard doorgewerkt zonder pauze. Al het materiaal moest via de kabelbaan terug naar beneden. Ook het afval dat beneden wordt gesorteerd.”

Geen alpinisten

Ariane Ceulemans werkt als touwtechnieker voor City Rock Industrials, een gespecialiseerd touwtechniekbedrijf uit Mechelen dat 95% van haar activiteiten in de petrochemie uitvoert. Pascal Gavaart, zaakvoerder CRI:“Wij werken met vakmensen die op hoogte willen werken. Geen alpinisten of avonturiers maar technici die in touwen willen hangen.” Het blijkt niet evident om die combinatie te vinden in één persoon. Bovendien stijgt de vraag naar deze jobs. Pascal Gavaart: “De techniek had tijd nodig om aan te slaan maar bespaart heel wat voor bedrijven die onderhoudswerken willen laten uitvoeren op moeilijk bereikbare plaatsen. Daar waar vroeger veel manuren betaald werden voor de stellingbouw op zich, kan nu een team van drie personen met touwen de klus klaren in één dag.”

Volgens Jo Loubin, instructeur en bezieler van de opleiding polyvalent touwtechnieker van Don Bosco, kan iedereen het vak leren. Loubin: “Ze moeten handig zijn en willen werken. Hier beginnen we van nul en na tien maanden kunnen de jongeren lassen en boren op hoogte. Voor de meeste is het een aha-erlebnis dat ze ook iets anders kunnen dan theorie leren.” Dat bevestigt Bart Vaganée die startte met sportkot in Leuven maar dat toch niet zijn ding vond. Vaganée: “Ik doe graag iets met mijn handen. Thuis knutsel ik ook wel wat maar lassen is helemaal nieuw voor mij. Dat is even wennen.” Loubin: “Het unieke aan onze school is de combinatie van leren in functie van de praktijk.” Buiten de klaslokalen staan grote containers met een metalen kerstboomconstructie waarop de studenten oefenen. “Wat ze vandaag lassen, gebruiken ze morgen om bovenaan die constructie vast te maken. Twee minuten later hangen ze daar zelf aan,” aldus Loubin. Ook de touwtechnieken zelf, leer je niet op één, twee, drie. Dat vertelt student Pieter Verhaegen die voordien automechanica studeerde: “Ik voelde mij opgesloten in een garage. Met dit werk ben je altijd buiten en vrij. In het begin was de hoogte wel even slikken.” Of deze opleiding geschikt is voor vrouwen? Loubin: “In die tien jaar dat ik dit geef, kreeg ik tweemaal een mailtje van meisjes die dit wilden doen maar uiteindelijk haakten ze af. Je moet stevig in je schoenen staan als vrouw binnen deze mannenwereld.”

Ariane Ceulemans
Foto : Raymond van Beygaerden

Zonder angst

“Ik was wel bang dat ik het fysiek niet zou aankunnen,” vertelt Ariane. “Of om me pijn te doen door uit te glijden of met een hamer op mijn vingers te slaan. Maar angst om te vallen, heb ik nooit. Het is alsof je in een schommel zit, beveiligd door twee touwen. Je kan erin hangen zoals je wil, horizontaal of in kleermakerszit.” Ariane leerde het werken met touwen als buitensportinstructeur. Hoewel dit werk in geen geval lijkt op de buitensport. “Wij worden hier wel de klimmers genoemd maar in feite zijn wij klusjesmannen op hoogte. Bij klimsport daag je jezelf uit en stippel je een route uit. Bij dit werk gebruiken we touwen om te komen waar niemand anders bij kan. Ervaring in het rotsklimmen helpt wel om comfortabel te leren hangen in je gordel. Maar sinds ik dit werk doe, ben ik mijn hobby kwijt.” Angst om op 70m hoogte naar beneden te kijken, heeft ze evenmin. “Dat is net het geweldige aan deze job, het wijdse uitzicht. Als ik even in de touwen moet wachten op een collega, kijk ik altijd rond. Er beweegt niets in de haven, behalve wolken en voorbijglijdende stoom. Soms loopt er beneden iemand rond. Maar verder niets. En jij bent dat kleine puntje dat daar ergens hangt.”

CRI is lid van Industrial Rope Access Trade Association (IRATA) die opleidingen verzorgt om de veiligheid van industriële touwtechniekers te waarborgen. Pascal Gavaart: “Hierdoor zijn ongevallen zeer schaars.” Loubin treedt deze stelling bij: “Over de ring van Antwerpen rijden om 16u houdt meer risico in dan werken in de touwen.” Als ik Ariane vraag of ze denkt dat dit gezond werk is, antwoordt ze twijfelend: “Ze zeggen dat de stoom geen kwaad kan. Maar soms hou ik toch mijn adem in. Witte rook is schadelijker dan zwarte, toch?” Gavaart: “De petrochemie blijft een gevaarlijke omgeving voor werknemers maar deze sector wordt streng gecontroleerd. Ook wat betreft de gezondheid, wordt verzekerd dat er geen giftige gassen aanwezig zijn voor we een installatie betreden.” Dat bevestigt Frank Beckx, woordvoerder van de Belgische Federatie van de Chemische Industrie en Life Sciences, Essenscia: “Van de totale luchtverontreinigende uitstoot in België, is minder dan 3% afkomstig van de petrochemie. We zijn er in geslaagd om meer te produceren met minder uitstoot. Het stijgende aantal beroepsziekten heeft vooral te maken met een toenemende aangifte van fysieke klachten.”

Het is rustig op de parking. Een laatste vrachtwagen vertrekt. Ariane: “Ik ben blij dat ik in de haven mag werken. Ik ben er altijd door gefascineerd geweest. Vroeger kon ik vanuit mijn slaapkamer Doel zien. Het spreekt tot mijn verbeelding, de dokken, de schepen. Zie je die schijn? Dat is een brandende flair die openstaat. Dat is toch super mooi.”

Verschenen in Gazet van Antwerpen op 12 februari 2013.