Modewandeling opent duurzame ogen

Foto: Ann Palmers
Foto: Ann Palmers

Haar ogen twinkelen als ze erover spreekt en sinds vijf jaar is alles wat ze draagt, inclusief handtas, sokken én ondergoed conform haar passie, namelijk duurzame mode. Bie Noé, oprichtster van de gloednieuwe organisatie B.Right, neemt mensen mee op wandeling in Antwerpen om de weg te vinden in het complexe verhaal van wat nu wel of niet goed is om te dragen om zowel de mens als de planeet te redden. “Maar het moet ook vooral een gezellige namiddag zijn waarin ik je handvaten geef die je kan toepassen op je eigen leven, volgens je eigen waarden.”

Ik wil de vooroordelen doorprikken die bestaan over dit thema. Dat het niet mooi zou zijn of onbetaalbaar.

Sustainable Fashion Inspirator

Ze wil vooral af van het geitenwollen sok gehalte dat duurzaamheid nog steeds in zich draagt. “Ik wil de vooroordelen doorprikken die bestaan over dit thema. Dat het niet mooi zou zijn of onbetaalbaar. Aanvankelijk bevonden die kleren zich wel in die sfeer. Toen lag de focus meer op de duurzaamheid en maakte het design niet uit. Maar vandaag bestaat er zo’n uitgebreid palet aan duurzame merken die elk een ander accent leggen dat je je eigen stijl daarbinnen zeker kan vinden. Met kleine tips en ook daadwerkelijk langs die winkels te gaan, wil ik dat aanbod toegankelijker maken maar ook mensen inspireren om bewuster te gaan kopen.”

Huis van zoet en duurzame dingen

De wandeling start in Berchem bij Host, een duurzame concept store die meteen aansluit bij Bie’s visie. De winkel oogt modern, stijlvol en licht. Als je binnenkomt, wacht een comfortabel salon je op. Vetplantjes geven een groene toets aan muren, kasten en plafond. Naast kleren vind je hier ook juwelen, zeep en zelfs borden van mangohout, allemaal stuk voor stuk duurzaam. Maar the House Of Sweets and Things wil meer zijn dan dat. Laura, één van de twee Antwerpse zussen die het pand in mei opende, licht toe: “Toen Today is a Good Day sloot in de Nationalestraat had onze stad plots geen duurzame winkel meer en wisten de klanten niet goed waar naartoe. Wij zijn op die nood ingegaan en hebben zelfs enkele exclusieve stukken van de Antwerpse merken Helder en de handgemaakte lingerie van Ophelia. Met onze koffiebar achterin met zout en zoet willen we er een ontmoetingsplek van maken voor gelijkgezinden. Binnenkort organiseren we hier ook workshops rond duurzaamheid.”

Bewondering voor het ambacht

Voor de deelneemsters van Bie’s wandeling is dit alvast een geslaagde start want sappige brownies met kersen en lemonbars liggen opgestapeld naast verse thee of koffie. Klaar om te smelten in de dertien vrouwenmonden. Ze zijn allen rond de dertig en werden bijeen gebracht door Marilyn. Ze raakte op een vorige rondleiding getriggerd en wilde dit delen met haar vriendinnen van de boekenclub. “Vroeger kocht ik wel eens een trendy T-shirt voor een dagje festival. Maar sinds mijn vorige deelname probeer ik tijdlozere stukken aan te kopen. Die ommezwaai wilde ik delen.”

Kleren leasen

Bie vertelt aan de hand van quotes het duurzame verhaal waarin ze zoveel schoonheid ziet. “Ik ben vooral gebeten door de innovatie waarmee producenten aan de slag gaan. Momenteel wordt er geëxperimenteerd met resten van koffie en melk om nieuwe stoffen te produceren. Maar ook leasing van kleren, zoals bij het Scandinavische Filippa K (voorlopig enkel in Brussel mogelijk, red.), waarbij je kleren tijdelijk huurt, is vernieuwend en haalbaar. Sinds mijn persoonlijke zoektocht naar hoe ik deel kan uitmaken van deze revolutie kreeg ik meer bewondering voor het ambacht van kleermakers.”

Ramona, assistent store manager Stanley en Stella: 25% van de geproduceerde kledij wereldwijd wordt weggegooid. Wij hopen een band te creëren tussen consument en product zodat de klant zijn gepersonaliseerde kleren niet snel weggooit

40 minuten wachten op je T-shirt

Die ambacht kunnen we bij de volgende stop van de wandeling met eigen ogen zien in Stanley en Stella. Het merk werd in 2012 door de Belg Jean Chabert opgericht en bewoont nu in eigen stad een prachtig pand achter de Bourla Schouwburg in hartje centrum. “Remain simple is perhaps the most difficult thing of all,” schrijft hij op zijn website en dat weerspiegelt meteen de inhoud van de collectie die je daar vindt. Eenvoudige basics die je op maat kan aanpassen wat betreft kleur en design én die ter plaatse gemaakt worden. Assistent store manager Ramona legt graag uit waarom. “25% van de geproduceerde kledij wereldwijd wordt weggegooid. Wij hopen een band te creëren tussen consument en product door te laten zien hoelang een machine erover doet om een design te borduren of te printen. Op dit borduursel moet je bijvoorbeeld 40 minuten wachten.” Ze zet de machine aan en de naalden zoeven heen en weer over het bio-katoenen shirt. “Er zijn 30 000 stiksels nodig om dit patroon af te werken. Op die manier verzamelen we geen stock en hopen dat de klant zijn gepersonaliseerde kleren niet snel zal weggooien.”

Het pand huisvest onder meer vergaderzalen en een bar om de positieve, innovatieve en duurzame beleving die ze voorop stellen totaal te maken. In één van de vergaderzalen kan je ook lezen waarom ze toch kiezen om in Bangladesh te produceren, weliswaar onder strenge controle van eigen medewerkers. Alle labels staan opgesomd waarbij ze zich aansloten: Fair Wear Foundation, Organic Certified, Organic Blended Content Standard, Organic 100 Content Standard, Confidence in Textiles. Toegegeven, voor een leek te veel namen en titels om te weten wat dat allemaal betekent.

Transparantie is cruciaal

Bie legt de verschillende betekenissen uit en maakt duidelijk dat elk merk een andere nadruk legt of invulling geeft aan wat het duurzaam vindt. “Voor het ene merk is het prioriteit om een tijdloze collectie te maken, die de verschillende seizoenen overleeft, voor het andere merk is aandacht voor de werkomstandigheden van de arbeiders belangrijk. De ene produceert enkel in Europa om transportkosten te verminderen, de andere zet in op recycleerbare materialen. Het is in de lange keten van stof tot kledingstuk zeer moeilijk om elke stap duurzaam te nemen. Daarom is het belangrijk dat merken transparant zijn in wat ze wel of niet doen.”

Europese schoenmakers

De volgende halte is één van Bie’s persoonlijke favorieten, schoenenwinkel Zappa in de Kammenstraat. Eigenaars Mark Van Looveren en Nadia Nori evolueerden met hun collectie unieke schoenen sinds de opening in 2001 steeds meer richting duurzaamheid en kleine oplages. Nadia: “Sinds één jaar werken we uitsluitend met Europese familiale bedrijven die hun schoenen met hart en ziel maken. We willen enerzijds een eigen inbreng hebben in de productie zodat we unieke exemplaren in de winkel krijgen. Soms hebben we van een bepaald merk slechts acht stuks die speciaal voor ons werden gemaakt. Anderzijds willen we die eisen aan een betaalbare, faire prijs verkrijgen voor zowel de producenten als de klanten.”

Bie vertelt de verhalen achter de merken en de schoenen. Deelneemster Elke is aangenaam verrast. “Ik probeer al een tijdje bewuster en minder kleren te kopen. Daarom ga ik vandaag mee. Op zich ben ik wel een bewuste consument maar niet per sé op vlak van kleren. Ik ontdek net dat Zappa ook in het duurzame verhaal is gestapt. Ik kende de winkel wel maar wist niet dat zij daar belang aan hechtten.”

Deelneemster Manon: “Ik wist niet dat we zo’n trendy winkels zouden bezoeken. Ook de prijzen vallen beter mee dan ik dacht.

Wie betaalt de prijs?

Tot slot trekken we naar F.A.A.M. in de Nationalestraat, de winkel van Froya Deryckere en Adinda De Raedt. Dit Antwerpse duo is beter bekend als de dames achter froy & dind en wonnen in maart dit jaar de Womed Award 2016 als kers op hun achtjarige taart van duurzaam ondernemerschap. Voor Bie mocht deze winkel niet ontbreken in haar wandeling. “Ook zij halen duurzaamheid uit de duffe sfeer. Het is een mooie winkel die naast hun bekende merk ook andere duurzame merken verkoopt. Zo vind je hier jeans van Kuyichi. Het eerste merk dat jeans van bio-katoen vervaardigde. F.A.A.M. wil zelf diversiteit in hun aanbod promoten. Hun eigen merk OY-DI richt zich bijvoorbeeld op een heel ander publiek dan de kopers van het kleurrijke en vol van retromotieven froy & dind. Bovendien toont deze winkel aan dat de prijzen best betaalbaar zijn.”

Dat beaamt deelneemster Manon die aan het einde van de toer vaststelt dat ze toch meer vooroordelen had over duurzame mode dan ze dacht: “Ik wist niet dat we zo’n trendy winkels zouden bezoeken. Ook de prijzen vallen beter mee dan ik dacht.”

Bie: “Natuurlijk heb je binnen de duurzame mode ook design merken waarvoor je dieper in je buidel moet tasten. Red Juliet, Eline van Ree en Ellen Verbeek zijn (Belgische, red.) merken waarvoor ik een tijdje moet sparen. Maar merken zoals Armed Angels, People Tree en Miss Green zijn betaalbaar. Ons beeld van wat iets kost, is doorheen de jaren door de fast fashion industrie verdraaid. Daarom kan je niet zeggen dat fast fashion kosteloos is, want iemand anders op de wereldbol betaalt er wel de prijs voor.”

Daar was deelneemster Manon zich bewust van. Maar tot nu toe ondernam ze niet echts iets. “Ik zag die beelden van Rana Plaza in Bangladesh en voelde mee met de arbeiders. Maar ik zag mijn eigen mogelijkheden niet. Bovendien dacht ik dat duurzame kleren niet meteen mijn stijl zouden zijn. Maar vandaag zag ik wel enkele dingen die me zouden staan.”

En, actie!

En dat is nu net de bedoeling van B.Right. Bie: “Ik wil mensen goesting doen krijgen om in actie over te gaan. Om iets nieuws te proberen. Of om te laten zien welk aanbod er vandaag al ligt. Om eens een nachtje te slapen over een aankoop die ze willen doen. Of om eens eerst in de kleerkast te kijken naar wat je echt nodig hebt vooraleer je gaat shoppen. BE RIGHT wil natuurlijk zeggen, doe het goed. Maar B.Right wil niet belerend zijn. We moeten al zoveel. BRIGHT is licht en leuk. En dat is duurzame mode ook. Er zit vast iets tussen wat bij jou aansluit.”

verschenen in september 2017 in CittA, weekendmagazine van GvA