Je winkelwagen is momenteel leeg!
Wat zullen we drinken, zeven dagen lang?
Binnen een half jaar moeten we afscheid nemen van het Antwaerps Bierhuyske, een café in de Hoogstraat dat de voorbije zes jaar een referentie werd in de wereld van de speciaal bieren. Eigenaar en bierkenner Paul Meeussen nam ons mee op kroegentocht om de Belgische en Antwerpse biercultuur van binnenuit te ervaren in échte biercafés waar de sfeer en de beleving centraal staan.
Op 1 juli 2017 moet het Antwaerps Bierhuyske dicht. Het Fakkeltheater die het pand verhuurt aan Meeussen wil er zijn secretariaat en ticketing organiseren. Maar Paul laat het niet aan zijn hart komen. De goedlachse Hobokenaar die altijd van ’t kantje (de rand van Antwerpen) is geweest en nu in Burcht woont, houdt het op ‘elk einde is een nieuw begin’ maar hoopt wel in de toekomst nog iets met bier te blijven doen. “Het is het enige dat ik ken. Ik kan uren en dagen over bier praten. Die wereld is eindeloos.” We kunnen best stellen dat Paul verliefd is op bier. Hij lust alles, heeft wel zijn voorkeuren, maar komt er iets nieuw op de brouwersmarkt, proeft hij met evenveel goesting en nieuwsgierigheid.
Geen Huys maar Huyske
Die liefde begon in Burcht, waar hij 17 jaar een café uitbaatte. “Het lag midden op een fietsersknooppunt met een gezellig terras. Ik wilde de inkomsten doen stijgen dus begon ik meer verschillende bieren te verkopen. Ik haalde wat trappisten in huis. Toen wist ik niet eens hoeveel dat er waren. Op het hoogtepunt hadden we 170 verschillende bieren.” Toen hij bierkenner Ben Vinken leerde kennen, begon hij te degusteren en algauw volgde een cursus bij Syntra in Roeselaere. “Daar leerde ik de regels van de kunst, hoe je moet tappen, hoe je het bier moet laten schuimen, hoe je mensen bedient zoals het hoort. Alles begint bij een proper glas, iets wat in vele cafés niet evident blijkt.” Toen hij de kans kreeg om in de Hoogstraat een café te openen, moest hij niet lang nadenken. Het moest een bruin café worden waar je gezellig een praatje kan slaan, met zachte muziek op de achtergrond van de jaren ’70, ’80, ’90 en waar je bieren vindt, die je nergens anders vindt. Hij kwam het pand binnengewandeld en zei ‘dit wordt het Antwaerps Bierhuys’ waarop een collega hem attent maakte dat het pand maar ne scheet groot was en hij de naam prompt in ‘Antwaerps Bierhuyske’ veranderde.
Hij begon met 120 bieren op fles en zes op vat. Eén van zijn paradepaardjes werd het Lambiek bier. Het zou hem vier jaar later de prijs van ‘het beste Lambiek- en Geuzecafé van België’ opleveren. “Het is het oerbier van België waar vele landen jaloers op zijn.” De brouwers uit Pajottenland gieten hun brouwsel in een koelschip dat aan de blote hemel wordt opengesteld waarop de micro organismen uit de lucht het wort bevruchten. Dit unieke proces kan enkel in die omgeving, in de Zennevallei in Vlaams-Brabant plaatsvinden om die zurige smaak met houtgeur van een Lambiek te verkrijgen. “De natuur bepaalt de smaak van de Lambiek dus zelfs voor de brouwers blijft het telkens even spannend.” Tijdens onze tocht wordt al snel duidelijk dat Lambiek en Geuze, waarbij verschillende Lambieken gemengd worden, bij de meeste bierkenners tot hun favorieten behoren. Paul vindt het alvast een lekker fris bier voor in de zomer “maar sommige mensen trekken echt een lelijk gezicht als ik het hen voorschotel. Smaken verschillen hé.”
We gaan het hoekje om, naar Gollem, waar Philippe Reynaerts de bierselectie voor het vijf jaar oude café doet. Hij vertelt dat Gollem in Amsterdam een keten is van Belgische bieren maar dat ze in Antwerpen graag naast Belgische ook internationale bieren schenken. Philippe: “Ik hou van bieren die op artisanale wijze werden gebrouwd. Ons café is niet gebonden aan een vaste brouwer wat ons de vrijheid geeft om kleinere brouwers meer de aandacht te geven die ze verdienen. Dat gaat vaak om mensen die met een lekkere receptuur naar een brouwer stappen die dat voor hen brouwt in kleine oplage, zoals de Proefbrouwerij in Ertvelde of brouwerij Anders in Limburg.”
Proevertjes van het vat
Paul blijkt een inspiratiebron voor Philippe te zijn geweest. “Ik proefde mijn eerste Pannepot in het Antwaerps Bierhuyske toen ik 17 jaar was. Ik heb eigenlijk nooit een ‘pilsperiode’ gehad en ging altijd op zoek naar speciale bieren in de supermarkt of op café. Toen ik die quadrupel (zwaar donker bier) proefde, was ik verkocht.” Ook Philippe volgde een opleiding tot bierkenner of zytholoog, bij PIVA. Hij haalt enkele proefglaasjes. “Iedereen die hier komt, kan proevertjes van het vat vragen. Of één flesje bier delen met vrienden. Wij willen met deze gastvrijheid de mensen de kans geven om nieuwe smaken te proeven en hen een ervaring geven.”
We proeven de Sezan Wapper, een saison die ergens in een keuken in de Seefhoek ontstond. De bierstijl ‘saison’ komt uit de provincie Henegouwen en was oorspronkelijk een boerderijbier dat door de vrouwen tijdens de wintermaanden werd gebrouwen voor de boer en zijn werklieden om de dorst te lessen tijdens het zware zomerwerk op de velden. “Daarna zijn de mannen beginnen brouwen, daarom smaken de bieren nu beter,” grapt Paul. De Sezan Waper is een goed doordrinkbaar, blond bier met bittere smaak en 8% alcoholvolume. De Belgische Bierbrouwers stellen wel dat deze bierstijl geen échte bierstijl is en dat de smaak dus kan variëren. Paul: “Dat kan je ook zeggen van een Dubbel, Tripel en andere stijlen. Er bestaan geen wetten waaraan die stijlen moeten voldoen. Oude Geuze, oud bruin en Trappisten zijn beschermd en vereisen bepaalde criteria.”
Vervolgens laat Philippe ons een zachte, kruidige Stout proeven. Paul slaakt een zucht van verlichting: “Die hebben aan mijn geen slechte klant gehad! Toen die pas uitkwam, dronk ik die elke avond voor ik het café afsloot. Heerlijk.” Het gaat over Den Zwarte Sinjoor van Huisbrouwerij ‘t Pakhuis op de Vlaamsekaai. Philippe: “De meeste mensen denken dat er maar één brouwerij is in Antwerpen, namelijk De Koninck. Maar eigenlijk ligt die in Berchem en is dus ’t Pakhuis de enige brouwerij in de stad zelf. Den Zwarten Sinjoor is minder bitter de dan meeste stoutbieren en gebrouwen door o.a. Hans Bombeke die ook lesgeeft op PIVA in de opleiding bierkenner.” Maar als Philippe zijn hart laat spreken, komt hij in Zweden uit. “Want daar kan de kwaliteit van de bieren heel hoog zijn. Door het monopolie van de staatswinkels, de enige plek waar bier mag verkocht worden, moeten brouwers aan hoge productie eisen voldoen.” Hij laat een Stigbergets GBG Beer Week uit Göteborg proeven. “Deze I.P.A. smaakt bitter, bevat geen fruit maar door de hop proef je een bom aan citrus-, mango- en ananassmaken.”
Laatste vat is van de pater
Een speciaal bierroute mag de ancien der anciens niet overslaan, namelijk het Paters Vaetje. “Hoewel de Kulminator voor mij de absolute nummer één is in Antwerpen,” zegt Paul bewonderend. “Dirk en Leen zijn monumenten. Wat zij de voorbije veertig jaar verzamelden in hun bierkelder, daar kan ik alleen maar van dromen.” Aangezien de eigenaars van de Kulminator niet beschikbaar waren voor deze reportage, kloppen we bij die andere ancien aan die aan de voeten van de kathedraal ligt. De art nouveau toog werd al veertig jaren door vrouwen gerund, op vraag van de eigenares. Tot negen maanden geleden wanneer Vlad Meeusen (met één s en dus geen familie van Paul) de bloeiende zaak over kocht. “Maar ik ben niet van plan om veel te veranderen. Dit is een charmant café en dat moet zo blijven. Hier kan je gemakkelijk alleen aan de toog komen zitten, je geraakt altijd wel aan de praat.” Het café ontleent zijn naam aan het laatste vat dat de paters voor zichzelf hielden wanneer ze brouwden, want dat was het vat met het beste bier. Vlad laat ons een Troubadour Magma drinken, een Belgisch bier van hoge gisting en 9% alcoholvolume. “We gaven dit als bier van de maand omdat het een toegankelijke kruising is van een I.P.A. en een tripel met fruitige smaak van perzik en lychee.”
Foodpairing
De speciaal bieren brengen ons naar het volgende, kleine, knusse Billie’s Bier Kafetaria in de Kammenstraat. Een plakkaat aan de voordeur verwelkomt ons met de boodschap ‘Beer nerds come in’. De Kafetaria opende drie jaar geleden op vrijdag de 13e. “Maar het heeft ons geen ongeluk gebracht,” lacht eigenaar Helena. “Toen ik door de gordijntjes naar binnen gluurde en de vloer zag van dit pand, was ik verkocht om hier onze zaak te starten.” Op de gevel wordt door een immense graffiti duidelijk wie Billie is, namelijk de hond van mede-eigenaar Stéfan, die hier de plak zwaait (de hond, niet Stéfan). “Hij krijgt altijd de schuld als we blijven plakken,” lacht Paul, “dan is dat omdat Billie niet naar huis wil.” Paul is ietwat teleurgesteld dat zijn ‘drinkebroer’ en zytholoog Stéfan niet in huis is. Die reisde voor enkele dagen naar Californië voor het RateBeer Best Festival, het jaarlijkse bierfestival met de beste Craft Breweries van over de hele wereld. Wat ons meteen bij de passie van Stéfan brengt: “Eens ik over craftbieren begin, ben ik niet meer te stoppen. Er valt zoveel over te vertellen. Het is allemaal zo boeiend en onbeleefd lekker!” schrijft hij net voor zijn vertrek. De term ‘craft’ ontstond in de jaren ’70 in de US en verwijst naar de revolte tegen grote brouwerijen, hun industriële massa bieren en de smaakvervlakking die dat teweegbracht. Stéfan en Helena willen hier dan ook hun gasten verblijden met veelvuldige smaken en verhalen achter de bieren en de brouwers. Helena die koksschool bij PIVA volgde, is dan ook overtuigd dat bieren een breder palet aan smaken bieden dan wijn. Zij gaan nog een stapje verder dan de andere biergenieters en doen aan foodpairing waarbij ze heerlijke, vers bereide Vlaamse gerechten combineren met bier. Paul at hier onlangs beenham met spek en worst, knolselderpuree en zuurkool gemarineerd in Oude Geuze. Hij smelt bijna bij de herinnering.
Helena laat ons een Inglorious Quad – Whiskey Barrel Aged proeven, gebrouwen door de Antwerpse broers Van Aerschot die zich de Inglorious Brew Stars noemen. In 2014 wonnen ze hiermee de prijs voor Beste Hobbybier der Lage Landen. Voor dit bier gingen ze in zee met het Belgische Whiskymerk ‘The Belgian Owl’ op wiens vaten ze hun basisbier drie maanden lieten rijpen. Helena beschrijft het resultaat als volgt: “De IQ smaakt naar chocolade en caramel en wordt overgoten met een sausje van eik en whiskytoetsen. Dit is heel lekker in combinatie met een tiramisu of een moelleux.”
TEKU glas
Alsof het gepland was, komen we op onze laatste halte één van die bewuste Antwerpse gebroeders Van Aerschot tegen. Erwin woont in Deurne en komt graag proeven in de Beerlovers Bar. Binnenkort zullen hier ook twee bieren van hem en zijn broer op de kaart staan, namelijk de IQ Whisky Barrel Aged Belgian Owl (batch 2) en de IQ Whisky barrel Aged Bunnahabhain. Deze bar oogt fris en doet Scandinavisch aan met het vele lichte hout en de lichtblauwe muren. Uitbater Ben Floren: “Ik deed inspiratie op in Denemarken en Berlijn en werkte met Atelier Vonk een concept uit.” Ze bedachten samen het logo met de vijfhoek dat je ook op de TEKU glazen vindt die speciaal voor de bar in Duitsland werden gemaakt. Ben: “Dat glas is al jaren mijn favoriete bierglas. Het werd door een Italiaanse designer ontworpen en Duitse glasfabrikant Rastal kocht het patent. Omdat we 150 bieren hebben op fles en 12 op vat, vond ik het efficiënter om telkens hetzelfde glas te gebruiken. Dit is nu al de derde versie waarbij steel en tulpenkelk één geheel vormen. Dat maakt ze ijzersterk. Ik heb nog geen enkel glas gebroken tijdens de afwas!”
Ben was jaren systeembeheerder in IT. Toen zijn goede vriend Jeroen Van Dijck hem aanspoorde om de cursus zythologie aan PIVA te volgen in plaats van zijn koksopleiding verder te zetten, geraakte Ben in de ban van het bier. Hij werkte na zijn uren bij in café Mombasa in Borgerhout en reed zelf naar de brouwerijen om bij te leren. Iets wat hij nog steeds doet. Hij ontpopte zich in Mombasa al ware ‘beerlover’ en ging elke zaterdag proeven bij Paul in het Bierhuyske. Hij richtte met Jeroen Van Dijck en Frederik Picard de Beerlovers op, een informeel bierclubje met drie leden. “Maar als we iets tof vinden, willen we er graag meer mee doen.” Dus organiseren ze nu voor het tweede jaar op rij het MEUG festival in het Zuiderpershuis waar je naast bier, ook wijn en whisky kan proeven. De focus ligt op kleine, fijne, beginnende brouwers, van Belgische bodem maar zeker ook van daarbuiten. “België brouwt in feite nog conservatief. Italië, Spanje, zelfs Nederland zijn opkomende craftbeer landen. Zij experimenteren erop los.”
Kippenvel van bier
De naam van de bar die in juni 2016 open ging, lag dus voor de hand. Ben stelt ons de Ouwen Duiker voor, een Gentse Pale Ale van 7%. Het was het eerste bier hier op de tap en Ben’s hartendiefje dat onlangs weer opdook uit een vat voor vrienden met zijn verjaardag. Hij omschrijft hem als ‘zacht bitter, doordrinkbaar met fruitige toets’. Paul en Ben ruiken diep aan hun glas, laten de aroma’s vrijkomen en proeven. Ben vertelt hoe hij een jaar geleden zijn job opzegde en voor het leven met bier koos. “Mijn beste beslissing ooit!” De twee zythologen zijn helemaal in hun sas. Wanneer Ben de laatste proever van onze toer bovenhaalt, krijgt Paul het helemaal warm vanbinnen en misschien wel kippenvel op zijn armen. Een Cuvée Delphine! Paul’s wildste dromen komen uit. Deze stout uit Oost-Vleteren werd gemaakt door Ben’s favoriete Struise Brouwers. Het basisbier, de Black Albert rijpte hiervoor een jaar op Four Roses Bourbon Whiskyvaten. Volgens Ben was het Belgische koningshuis niet zo opgezet met een bier dat naar de koning verwees, waarop de Struise Brouwers kozen voor de naam van diens buitenechtelijke dochter. “Een dubbele middelvinger,” lacht Ben. Delhpine Boël kon wel lachen met het opzet en verleende haar kunstwerk aan het etiket met als titel: ‘The truth can set you free’.
Sociale cohesie
Je zou het misschien niet verwachten maar je vindt hier ook lekkere alternatieve limonades en Fritz cola, iets wat Billie’s Bier Kafetaria ook op haar kaart heeft opgenomen. En zo sluiten stilaan de rangen tussen de verschillende bierkenners die we ontmoeten in Antwerpen. Paul: “Wij zijn allemaal vrienden van mekaar. We geven mekaar tips of laten elkaar nieuwe smaken proeven. We stemmen ook min of meer op mekaar af wie welk bier op vat heeft staan om mekaar niet voor de voeten te lopen.”
Het is dat fenomeen dat vorig jaar in november door UNESCO werd erkend als immaterieel cultureel erfgoed. “De traditie van het brouwen, die vooral sinds de jaren ’90 weer helemaal opleeft; de duurzaamheid van het productieproces waarbij de prioriteit nu ligt op het beperken van watergebruik (toch nog 5l water per liter bier); de diversiteit van het aantal bieren die tot 1500 oploopt en de initiatieven die worden genomen in België om wat er gebeurt rond die biercultuur levend te houden, werden hiermee bekroond,” vertelt een trotse Chantal Bisschop van het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) die de erfgoedgemeenschap van brouwers en zythologen ondersteunde voor het UNESCO-dossier en hielp met alle informatie te verzamelen die er bestaat rond onze biercultuur op de website van Immaterieel Erfgoed. “Dat ons dossier alcoholgebruik bevatte, was een zwakke plek, wat de erkenning in het gedrang kon brengen. Niet alle culturen in de wereld delen dit gebruik. Maar UNESCO waardeerde de inspanningen die ons land levert om overmatig gebruik tegen te gaan.”
Zo zullen in februari meer dan 50 000 mensen deelnemen aan Tournée Minérale, waarbij ze een maand geen alcohol drinken. Of Paul en Ben hieraan zullen meedoen? “Nee zot! Hoe kan ik dan een kwaliteitscontrole doen?” grapt Ben. Paul gaat niet op café om water te drinken, zegt hij: “Dat is net zo fijn, je drinkt samen, praat gezellig en wordt beneveld” en beide heren heffen het glas en versterken de sociale cohesie. Schol!
Verschenen in februari 2017 in CittA, foto’s Jan Van Der Perre