In de cockpit van Brussel Airlines

De zon schijnt binnen op de luchthaven van Zaventem. Elke reiziger loopt met een trolley in de hand naar het midden van de check-in ruimte. Hun hoofd knikt schuin omhoog, de andere hand beschermt de ogen als een dakje tegen de blinkende zon. Vertrektijden rollen naar beneden. Delayed. Boarding. Een meisje, met een grote zak op haar rug en een kleine op haar buik, wandelt sip naar de uitgang. Ik weet niet of ze verdrietig is omdat ze weer thuis is van een avontuurlijke reis of omdat ze niet weet waarheen, nu ze net geland is. De gate voor Madrid is geopend.

Rampscenario’s

Ik mag niet mee via de piloteningang “want daar moet je een uniform en de juiste badges voor hebben,” licht Hilde de veiligheidsmaatregelen van de luchthaven toe. Er is heel wat veranderd sinds de terreuraanslagen van 11 september 2001. Ook in de cockpit van Brussels Airlines. “De hostessen mogen de tussendeur zelf niet openen. Wij moeten toestemming geven. En mocht er iets met ons gebeuren, is er een plan B uitgedokterd.” Maar Hilde vreest geen kapingen of andere problemen. “We worden om de zes maand getraind op mogelijke rampscenario’s in een simulator, een namaakcockpit die brand of motorpech simuleert. De hedendaagse vliegtuigen zijn hoog technologische voertuigen waardoor vliegen meer het besturen van een computer wordt. Maar het duurt toch een jaar voor je helemaal bent ingewerkt.” Hilde legt me uit hoe het zuurstofmasker werkt in geval van nood. “Want als er iets gebeurt, hebben wij geen tijd om met jou bezig te zijn.”

Engelse standaardzinnen

Een tractor duwt het vliegtuig achteruit. De motoren starten. We taxiën naar de juiste baan. Gaetan Brughmans is commandant van dienst. Hilde vliegt heen, Gaetan vliegt terug. Hilde: “Vroeger was er een duidelijke hiërarchie tussen de commandant en de co-piloot maar tegenwoordig doen we elk dezelfde job. Het is echt teamwork waarbij je goed moet aanvoelen wie je collega is. Als wij een cruciale fout maken, heeft dat meteen ernstige gevolgen.” Hilde en Gaetan spreken in Engelse standaardzinnen. Ze zijn gefocused en alert. “Ready?” “Go!” De streepjes op de startbaan verdwijnen in een versneld tempo onder de neus van het vliegtuig en dan gaat de snuit omhoog in de blauwe lucht. Ze kunnen nu enkel nog op hun schermen vertrouwen om te weten waarheen.

Onregelmatig leven

Alles in de cockpit is voorzien op tegenslagen maar in feite is het er heel rustig tijdens de vlucht. Gaetan leest Le Soir en Hilde vertelt honderduit. “Ik hou van vliegen omdat ik graag reis. Zo heb ik al verschillende steden in Europa bezocht. Telkens is het zicht vanuit de cockpit indrukwekkend. Soms zie je platte wolken en wanneer je eronder vliegt, ziet het er weer helemaal anders uit. Het lijkt wel op skiën. En het is bijna altijd zonnig in de cockpit omdat we vaak boven de wolken vliegen. Toen ik eraan begon, had ik nooit gedacht dat het onregelmatige leven mij parten zou spelen.” Ook Gaetan heeft het er moeilijk mee: “Mijn vrouw en kinderen zijn nu thuis en ik zit hier. Een muziekcursus zou ik niet kunnen volgen want de ene week ben ik wel op dinsdag thuis, de andere week niet.”

Colaflesjes

Hilde: “Het voordeel is wel dat je nooit een berg mails hebt als je uit vakantie terugkomt. En als je halftime werkt, word je niet gedegradeerd zoals in vele bedrijven wel het geval is. Gaetan: “Wij zijn inzetbaar zoals colaflesjes, hoe meer volk je verwacht, hoe meer piloten je inzet. Met allen dezelfde inhoud.” Wat maakt je tot een goede piloot? Gaetan: “Vroeger moest je creatief zijn en oplossingen voor problemen zoeken, nu denkt het vliegtuig voor jou. Het probleem is momenteel dat de selectie niet wordt gemaakt in de zin van goed of slecht maar of je geld hebt of niet. De twee jaar opleiding en praktijk kosten 100 000 euro. De meeste piloten betalen na 10 jaar nog altijd hun lening af.”

Hilde zet het vliegtuig aan de grond in Madrid. “Ik zat een beetje te hoog. De kunst is ervoor te zorgen dat je voldoende afstand berekent om te dalen.” Het is 27° in Madrid. Eén van de stewards droomt hardop van een wijntje op een terras. Maar daar is geen tijd voor. Het vliegtuig wordt schoongemaakt en nieuwe passagiers stappen alweer op. Hilde: “Eigenlijk heb je niet veel contact met de mensen die je vervoert. Soms zegt iemand wel eens ‘tot volgende week’. Die persoon denkt dat wij op de bestemming blijven. Voor velen is het vaak een eenmalig gebeuren terwijl het voor ons dagelijks werk is.”

Reis naar de ruimte

Gaetan stuurt het vliegtuig opnieuw de lucht in. Het is ondertussen donker en er schijnen overal gekleurde lichtjes. Boven Madrid gaan bliksems aan en uit achter de wolken. “Het concert van U2,” grapt Gaetan. “Soms als je door een storm vliegt, ben je wel eens blij dat je aan de grond staat. Stapelwolken op grote hoogte moet je vermijden want die brengen werkelijk schade aan het vliegtuig. Maar als er echt problemen zijn, heb je geen tijd om bang te zijn,” vertelt Hilde. “Je moet eens kijken, naar al die sterren. Je ziet achter de eerste rij een web van sterren die nog veel verder weg van ons liggen. Er zijn er zoveel meer dan we vanop de grond kunnen zien.” De Grote Beer blinkt links van ons, een andere ster valt rechts naar boven. Ik zag nog nooit een ster naar boven vallen. De wereld ziet er weer helemaal anders uit. “Mocht ik ooit een reis naar de ruimte mogen maken als toerist, zou ik dat wel doen,” droomt Hilde luidop.

Geschreven voor maar nooit verschenen in De Standaard Magazine, augustus 2015