’t Hooghe Huys – 10

Architecte en fotograaf die liever anoniem wilden blijven, wonen hier één jaar

15e verdieping

“Ik vond deze blok echt een ontdekking. Je hebt hier een fantastisch zicht en het gevoel van rust en ruimte, ook al is het appartement niet zo groot. Het is hier aangenaam wonen én betaalbaar. Ik hecht veel belang aan het ecologische aspect van wonen en dan zit je in deze blok echt ideaal. Je verbruikt weinig energie en plaats. Het geluid van de autostrades stoort wel. Ik spaar nog voor dubbel glas! Als architecte heb ik een meerwaarde willen creëren door te verbouwen. Iets wat voor onze buren niet evident was. Om de overlast voor de mensen rondom ons te verzachten, kocht ik pralines. We zijn onszelf voor de werken gaan voorstellen en hebben de planning uitgelegd. Zo hoopte ik dat we vanaf het begin goede buren zouden blijven. Iedereen reageerde heel sympathiek. Ik was er wel bang voor want ik had een vooroordeel over ‘oudemensenblokken.’ Ik vreesde te veel sociale controle. Maar voor mij is het net voldoende. Er is genoeg bezorgdheid maar niet te veel bemoeienis. De raad van mede-eigendom stuurt het gebouw met strenge hand maar ik ben daar blij om. Het maakt dat je op een aangename manier naast elkaar kan leven. Eén keer stond ik met een karretje tegels in de lift. Daar werd ik op aangesproken: ‘zeg juffrouw, dat mag niet hé, je moet bescherming halen bij de conciërge.’ Dat heb ik dan gedaan.  Dus je voelt de sociale controle wel. Maar ik woon hier heel graag. Het is echt een gemeenschap. Ik vind dat je dit gebouw kan vergelijken met een verticale wijk. De gangen en liften zijn de straten van de wijk waar je je buren tegenkomt. Soms zie ik wel eens iemand op zijn pantoffels de post halen zoals dat in een dorp zou gebeuren. Het is hier natuurlijk wel compacter. In de lift sta je soms met zes op één vierkante meter. Je bent wel verplicht om op de één of andere manier contact te leggen. Wat wel pijnlijk is, is de onvermijdelijke generatiewissel. Er hangen regelmatig overlijdensberichten aan het bord beneden. Soms met een foto erbij. Onlangs hing er een meneer die ik ’s morgens vaak tegenkwam in de lift. Dat is wel raar.”

Bekijk het vervolg hier.

Verschenen op 11 april 2013 in De Nieuwe Antwerpenaar.