Je winkelwagen is momenteel leeg!
‘t Hooghe Huys – 9
“Ik woon hier met mijn hond Luna. Een braaf beest. De meeste mensen zijn tegen dieren in de blok maar als ze niet blaft, is het geen probleem. Er is een goede sfeer in dit gebouw. Ik woon graag op het Zuid. Vroeger had ik hier een restaurant, samen met mijn ex-vrouw: Il Tritone. We stonden op nummer één voor mosselen. We hadden wel 20 soorten. We zijn gestopt omdat de mosselen te duur werden. Hier zijn ook veel Turken en Marokkanen komen wonen. Ik heb niets tegen hen maar ze geven geen geld uit. Ik ben vriendelijk tegen iedereen. Ik ben zo. Als mensen vriendelijk zijn tegen mij, ben ik dat ook. Meer moet dat niet zijn. In het restaurant leerde ik veel mensen kennen. De vorige eigenaar van dit appartement bijvoorbeeld. Die kwam ook bij ons. Hij vertelde me dat hij het verkocht. Zo ben ik hier terechtgekomen. Ook mijn vorige buurvrouw, Fanny, ken ik van het restaurant. Ze was een goede vriendin. Toevallig werden we buren. We gingen vaak samen met haar man op vakantie naar Italië, naar mijn familie. Nu is ze overleden. Er woont al twee jaar iemand anders maar haar naam staat nog steeds op de deur. Je goed voelen waar je woont is belangrijk. Als je iemand tegenkomt die naar je lacht, is je dag goed. Zoals mijn buren, een jong koppel, mij onlangs zeiden: ‘kom eentje drinken’. Misschien moeten we het hier doen. Dan maak ik een pasta of zo.”
Lees het vervolg hier.
Verschenen op 11 april 2013 in De Nieuwe Antwerpenaar.