Je winkelwagen is momenteel leeg!
‘t Hooghe Huys – 3
Roel: “Ik zou wel meer contact willen met mijn buren. Waarom niet? Dat is toch gezellig. Ik vind het moeilijk in Antwerpen om buren te leren kennen. In Limburg is dat heel anders. In het dorp waar ik vroeger woonde, kent de hele straat elkaar en gaan ze bij elkaar barbequen. De buren komen wekelijks wel eens over de vloer. Er staat altijd iets klaar om te drinken. Wij hadden zelfs een opening gemaakt in de heg zodat je via elkaars tuin binnen en buiten kon.” Shana: “In deze blok heb je niet zulke samenhang. Sommige mensen mijden zelfs contact.” Roel: “Ik vind het wel belangrijk dat je buur verdraagzaam is.” Shana: “je woont hier alleen en toch ook niet. Je moet rekening houden met iedereen die rondom jou woont. Ik ga hier niet met mijn hakken rondlopen. Ik denk dat de mensen hieronder dat niet zo fijn zouden vinden.” Roel: “Wij hebben echt geluk met onze buren. Zo kwam Eddy heel vriendelijk zeggen ‘als ik te luid gitaar speel, verwittig me dan, dan zet ik het wat zachter’. Shana: “Moest dat dan eens voorvallen, heb je geen schrik om dat op een beleefde manier te vragen. Je gaat sneller praten met iemand die vriendelijk is. Terwijl ik aan een norse persoon niet eens zou durven vragen om de muziek wat zachter te zetten. Roel: “Wij wonen hier wel graag. Ik dacht nooit dat ik in zo’n blok zou wonen. Vanbuiten ziet het er uit als een sociale woonblok, zeker met die oranje luifels. Maar het is vanbinnen te doen. En hier is het proper en klein maar gezellig.”
Lees het vervolg hier.
Verschenen op 11 april 2013 in De Nieuwe Antwerpenaar.